Afbeelding
Foto: Melanie Marsman
Foto: Melanie Marsman
Toen Marieke Lucas Rijneveld haar met de International Booker Prize bekroonde debuutroman De avond is ongemak schreef, stond ze regelmatig tot haar enkels in de koeienstront op een melkveebedrijf. ‘Het werken met de koeien is een belangrijke inspiratiebron voor mijn debuutroman.’
Door Ricardo Jupijn, Vivian de Gier en Marc Brester
Sinds een aantal jaar werkt de schrijver op een koeienboerderij net buiten Utrecht, een behoorlijk andere omgeving dan de schrijfwereld. ‘Ik vind het heel fijn om dat werk te doen, juist omdat het ook compleet iets anders is dan het schrijven. Het is veel fysiek werk, dus ik zit regelmatig met spierpijn achter mijn laptop nadat ik een stal heb uitgemest,’ vertelt Rijneveld. ‘Voor mijn roman heb ik het toch wel echt nodig gehad, het verhaal speelt zich af op een melkveebedrijf. Ik ben zelf opgegroeid op een boerderij, dus de sfeer van het nuchtere boerenleven ken ik al. Maar voor de details is het erg goed om zelf met de voeten in de stront te staan en van dichtbij met de koeien bezig te zijn. Ik vind het fijn om met de koeien te werken, je weet wat ze nodig hebben en je weet wat ze van jou willen. Precies het tegenovergestelde van de ongestructureerde literatuurwereld.’
Over het schrijven vertelt ze: ‘Metaforen bedenken vind ik het allermooiste wat er is. Soms voel ik me als een strandjutter, die aan het einde van de dag overziet welke schatten hij die dag bij elkaar heeft geschraapt. Beelden komen bij mij heel makkelijk; als ik alleen maar door de stad loop of fiets, roept dat van alles in me op. Als ik de beelden vervolgens op papier zet, roepen ze weer nieuwe associaties en beelden op.
Veel dichters en schrijvers zijn niet zo scheutig met metaforen; die vinden dat een gedicht maar één metafoor mag bevatten. Ik vind een opeenstapeling van beelden vaak heel mooi en goed werken, zeker als ze met elkaar in verbinding staan en bij elkaar terugkomen of een diepere laag aanboren. In mijn bundel Kalfsvlies wilde ik laten zien hoe mijn geest en gedachten werken – daar zit geen stop op. Er is wel een groot verschil tussen poëzie en proza. In poëzie kun je ver gaan; in beeldende zin heb je veel vrijheid. Maar tijdens het schrijven van mijn debuutroman stuitte ik op problemen – ik gebruikte veel te veel beelden. In proza moet je niet pagina op pagina vullen met metaforen. Dat houdt niemand vol, en dan raak je de lezer kwijt.
De beste metaforen zijn puur, vanuit het hart, en herkenbaar zonder voor de hand liggend te zijn. Als ik andere romans of dichtbundels lees, vind ik veel metaforen niet goed. Je moet er liefde en aandacht aan besteden. Dat wordt denk ik nogal onderschat, en daardoor zijn veel metaforen cliché. Zoals deze, uit De meisjes van Emma Cline: “De augustusavond zwanger van de zoete lucht van kamperfoelie” of: “Zijn hart sloeg als een hamer.” Het zijn te vaak gebruikte beelden, en daardoor verrassen ze niet en vallen ze weg tussen alle andere zinnen.
Zelf ben ik altijd op zoek naar een vervorming van de werkelijkheid; een vergelijking die iemand niet snel zelf zal maken. Een geslaagd voorbeeld uit mijn eigen werk vind ik deze, uit Kalfsvlies: “Troosten was toen nog als inparkeren, het is meten en weten en toch schat je het vaak te krap in.” De kracht van deze metafoor is dat iets groots als troost bieden, vermengd wordt met een kleinere, tastbaardere vergelijking als inparkeren, waardoor het te interpreteren is, en voelbaar, zonder dat het cliché wordt.
Marieke Rijneveld (1991) is dichter en schrijver. Haar dichtbundel Kalfsvlies (2015) werd bekroond met de C. Buddingh’-prijs 2016 als beste poëziedebuut van het jaar. Met haar debuutroman De avond is ongemak (vertaald als The Discomfort of Evening) won ze als eerste Nederlander de International Booker Prize 2020.
Deze artikelen verschenen eerder in Schrijven Magazine nummer 4 en 5 uit 2017.
Door ervaren, professionele redacteuren. Goed én betaalbaar!
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.